De Coelacanth of Latimeria Chalumnae


 

De Coelacanth of Latimeria Chalmnae (holstekelvis) werd in 1938 door de wetenschap ontdekt. Hij leeft in de wateren rond de Comoren, waar de vis bij de plaatselijke bevolking reeds lang bekend is. Deze enige nog levende kwastvinnige vis behoort tot de Coelacanthimorpha (familie Coelacanthidae). Kwastvinnigen behoren tot een zeer oude groep vissen die in het Devoon (395-345 miljoen jaar geleden) tot volle ontplooing kwam. In de Krijt periode (136-65 miljoen jaar geleden) verdween hij bijna helemaal.

Kenmerkend zijn o.a. de gepaarde vinnen, die gesteund worden door een gelede as en kwastvormig geplaatste vinstralen. De Latimeria Chalumnae wordt ruim 150 cm lang en weegt ruim 50 kg. Elk dier is herkenbaar aan de karakteristieke vlekken.

De Latimeria Chalumnae leeft bij de Comoren in de Indische Oceaan op ca. 200 m diepte. Overdag schuilt hij met tien of meer individuen in lavaholen. De witte vlekken vormen een schutkleur tegen de lava-achtergrond. 's Nachts zoekt hij voedsel en jaagt dan waarschijnlijk vooral op slapende vissen met behulp van een orgaan dat verstoringen in het elektromagnetische veld registreert. De Coelacanth is levendbarend en heeft een draagtijd van ongeveer 13 maanden. Er worden ca. 30 jongen per keer geboren. Het jong, bij de geboorte ca. 40 cm, groeit langzaam.

 

latimeria.nl homepage

De Latimeria is vandaag de enige nog levende Coelacanth.

 

 

 

naar boven

 

Majorie Courteneay Latimer was curator van een klein museum in de haven van East London, ten noordoosten van Cape Town, Zuid-Afrika. Ze was bevriend met Hendrick Goosen, kapitein van de Nerine. Wanneer de boot terug kwam met een goede vangst mocht Majorie altijd komen kijken of er ongewone visexemplaren waren voor haar museum.

Op 23 december 1938 heeft de Nerine bij de monding van de Chalumna rivier gevist. In de haven zag Majorie Courtenay Latimer tussen de massa vissen een blauwe vin. En toen ze de andere vis opzij duwde, ontdekte ze zoals ze later zei:"De mooiste vis die ze ooit gezien had, vijf voet lang, zacht mauve blauw met heldere zilveren markeringen."

In haar museum kwam ze tot de ontdekking dat de vis leek op een prehistorische vis. Ze stuurde een schets van de vis naar Professor J.L.B Smith, viskenner en natuurkundige aan de Rhodes Universiteit in Grahamstown.

Smith identificeerde de vis later als een nog levend lid van de vissoort Coelacanth. En vrij snel daarna werd deze vondst de belangrijkste zoölogische vondst van de eeuw genoemd. Een 'levende dinosaurus' schreef men destijds in artikelen die wereldwijd in de pers kwamen. Er werd toen aangenomen dat de Coelacanth al 70 miljoen jaar was uitgestorven.

De eerste Latimeria Chalumnae was in 1938 gevonden bij East London, Zuid-Afrika en andere exemplaren werden daarom eerst in die omgeving gezocht. Maar de eerste vis was ver van zijn normale woonplaats afgedwaald. Hierdoor duurde het tot 1952 voordat de tweede werd gevonden bij de Comoren. Sindsdien zijn er hier regelmatig nieuwe exemplaren boven water gekomen.

Bij de plaatselijke vissers is de vis bekend als Gombessa. In 1998 is een tweede populatie aangetroffen ten noorden van Sulawesi. De Coelacanth is dus vermoedelijk minder zeldzaam dan gevreesd werd.

latimeria.nl homepage

Marjorie Courtenay Latimer deed de belangrijke vondst in 1938.

 

 

 

 

 

 

naar boven


Copyright © Benjamin Slap 2005